Toen de Franse schrijver Jules Verne zijn Van de aarde naar de maan (1865), Twintig duizend mijlen onder zee (1869) en De reis om de maan (1870) schreef, werd over ruimtereizen nauwelijks nagedacht. In die tijd was ademhalen onder water zo nieuw dat fysiologen niet wisten wat nu eigenlijk decompressieziekte veroorzaakt. Veel mensen verwierpen zijn romans als surreële onmogelijkheden die slechts gebaseerd waren op fantasie. Nog geen 100 jaar later had de mensheid zijn visioenen gerealiseerd.

Een eeuw voordat de eerste mensen de ruimte in gingen, begon Verne over het ontdekken van zowel de ruimte als de zee te schrijven. De overeenkomsten en de overlap tussen ruimtevaart en het verkennen van de zeewereld, laten de bijzondere connectie tussen deze twee werelden zien:

  • We hebben levensondersteuning nodig als we er langer dan een bliksembezoek zijn.
  • Technologie beschermt ons van top tot teen en we hebben het nodig om te ademen, te zien, warm te blijven, effectief te bewegen en ga zo maar door.
  • Drukveranderingen maken het noodzakelijk om het risico op decompressieziekte (alsook andere effecten) te beheersen.
  • We hebben de ervaring van “gewichtloosheid” gemeen (technisch gezien hebben we het dan over respectievelijk microzwaartekracht en neutraal drijfvermogen) die alleen mogelijk is als we (meer dan enkele seconden) de ruimte in gaan of onder water gaan.
  • Voor beide omgevingen hebben we speciale training nodig, al heb je voor de ruimte nog veel meer training op een complexer niveau nodig.

Image: Karl Shreeves

Het is dan ook niet verwonderlijk dat de meeste astronauten ook duiker zijn. Sinds de jaren 60 oefenen ze onder water met het maken van ruimtewandelingen. En tegenwoordig doen ze dat regelmatig als onderdeel van missietraining in het NASA Neutral Buoyancy Lab, ESA Neutral Buoyancy Facility en soortgelijke faciliteiten bij andere internationale ruimtevaartagentschappen. In 1965 werd Mercury-astronaut Scott Carpenter (zesde persoon in de ruimte, vierde in een baan rond de aarde in 1962) de eerste aquastronaut (iemand die in de ruimte heeft gevlogen en onder water leefde in een omgeving met omgevingsdruk). Hij verbleef daarvoor 28 dagen onderzees in het Sealab II van de Amerikaanse marine.

Door de jaren heen zijn er talloze onderzoeken binnen de ruimtevaartgemeenschap uitgevoerd die ons, duikers, geholpen hebben. Deze varieerden van onderzoeken naar decompressie en de compatibiliteit van uitrusting met zuurstof, tot het gebruik van EANx en blootstelling aan hoogte. De ruimtevaartgemeenschap heeft op zijn beurt duikwetenschappelijke onderzoeksresultaten toegepast aan eigen behoeften.

Photo: Karl Shreeves

Momenteel is wellicht het NASA NEEMO project het meest aansprekende voorbeeld van de connectie tussen de zee en de ruimte. Sinds 2001 heeft NEEMO op de Florida Keys in Amerika van het ‘Aquarius underwater habitat’ gebruik gemaakt voor ruimtevaartmissies. Tijdens de NEEMO-missies leven de astronauten en NASA-wetenschappers (doorgaans voor een week) onder water waar zij bij hoge druk onderzoek uitvoeren specifiek voor de ruimtevlucht – maar op deze missies zijn zij duikers. De bemanningen van NEEMO verrichten dus ook onderzoek naar het zeeleven, planten koralen en voeren andere oceanografische werkzaamheden uit. Dit gebeurt op manieren waarbij ze meer te weten komen over ruimtevluchten met mensen.

Door de kloof tussen de zee en ruimte te overbruggen, benadrukt NEEMO dat de echte connectie die astronauten en duikers hebben niet zit in de technologie en de buitengewone omgeving. De connectie zit hem in ons zelf. We worden misschien niet zowel duiker als astronaut, maar in ons hart zijn velen van ons het beide. We gaan graag waar weinig mensen (relatief gezien) naartoe gaan. Nieuwsgierigheid, de uitdaging en in zekere mate ook technofilie, zijn onze drijfveren. We willen het verschil maken, op een andere plek en op verschillende manieren. Iets maakt dat wij anders zijn dan diegenen die tevreden zijn met hun leven op het droge, en dat wij graag zowel die duiker als astronaut zijn.

Image: Karl Shreeves

De harde werkelijkheid is dat voor veel mensen (waaronder ik) niet een eventueel gebrek aan verlangen meer veel meer ontoegankelijkheid dat ons ervan weerhoudt om de ruimte in te gaan. Tot nu toe zijn er minder dan 600 mensen de ruimte ingegaan. Er is veel voor nodig om astronaut te worden. En hoewel het ruimtetoerisme in de lift zit, zal het in de nabije toekomst erg duur zijn. De ruimte staat open voor maximaal enkele tientallen mensen.

De onderwaterwereld is daarentegen wel voor bijna iedereen toegankelijk (los van hen met bepaalde medische / psychologische beperkingen). En ondanks dat deze wereld wel toegankelijk is, is duiker zijn net zo buitengewoon en net zo goed een voorrecht als astronaut zijn. Ja, miljoenen mensen hebben hun duikbrevet maar dat is nog steeds minder dan een procent van de wereldbevolking die het duiken heeft uitgeprobeerd. Er zijn nog vele miljoenen mensen die zouden willen duiken. Wij kunnen hen hiermee helpen – omwille van hen zelf en omwille van de zeewereld.

Meer dan 150 jaar geleden herinnerde Jules Verne ons er aan dat de zee een speciale, belangrijke plek is. En dat jij en ik nooit een bezoek aan die wereld ooit als gewoon of vanzelfsprekend mogen beschouwen. “De zee is alles”, schreef hij in Twintig duizend mijlen onder zee. “Hij bedekt zeven tienden van de aardbol. Zijn adem is zuiver en rein. Het is onmetelijke woestijn waar [mensen] nimmer alleen [zijn], want [zij] voelen rondom zich leven. ”

 

Dr. Drew Richardson
PADI President & CEO


Aanbevolen Verhalen