Er bestaan veel misvattingen over het gebruik van tourniquets om ernstige bloedingen te behandelen. Een tourniquet is een hulpmiddel waarmee je druk kunt uitoefenen om de bloedstroom naar een ledemaat te beperken. Dit kunnen professionele apparaten zijn of geïmproviseerde middelen zoals een riem of een kledingstuk. Als een hulpverlener geen directe druk kan toepassen om een bloeding onder controle te houden dan kan een tourniquet een optie zijn.
Bij een massaal ongeval, of als iemand meervoudig letsel heeft of niet goed te behandelen is, zou je een tourniquet kunnen gebruiken. Maar uiteraard alleen als verder niets mogelijk is.
Een tourniquet moet minimaal 5 centimeter breed zijn. Een tourniquet is het meest effectief als deze tussen de verwonding en het hart op ongeveer 5 centimeter boven de wond wordt aangelegd. Zet op deze plek de tourniquet met een knoop vast en gebruik vervolgens een stok of staaf om hem strakker te maken. Het is belangrijk dat je het tijdstip noteert waarop de tourniquet wordt aangebracht.
Een tourniquet is geen oplossing voor de lange termijn omdat beperking van de bloedtoevoer naar een ledemaat kan leiden tot necrose (plaatselijk afsterven van weefsel). Als er echt geen andere manier is om de bloeding te stoppen, is een tourniquet een optie aangezien dit bij de patiënt het verschil kan maken.
Als je de EFR®-cursus in primaire en secundaire zorg geeft, bespreek dan bij het onderwerp ‘ernstige bloedingen’ ook het gebruik van een tourniquet.
