Als je let op de nieuwste ontwikkelingen op het gebied van reanimatiepoppen, is de duidelijke trend om feedback te geven over de prestaties. Dit geldt met name voor de diepte en de snelheid van de hartmassage. Hoewel de nieuwste versies meestal elektronisch zijn – met de meest geavanceerde verbonden met apps waarbij de instructeur op afstand, online lesgeeft – is het concept niet nieuw. Zo is waarschijnlijk het bekendste apparaat voor reanimatietraining dat directe feedback geeft, het systeem dat een “klik”-geluid produceert als de hulpverlener de correcte compressiediepte aanhoudt. Deze functie zit al tientallen jaren in reanimatiepoppen. En net zoals elk hulpmiddel dat door iemand voor iets wordt gebruikt, complex of eenvoudig, is het effectiever en efficiënter als je het optimaal inzet.
Uit didactisch oogpunt is een reanimatiepop een simulator. Simulatoren en simulaties zijn enorm belangrijk omdat deelnemers hierdoor technieken kunnen oefenen en leren die zij in de echte wereld helemaal niet, of niet zo effectief, kunnen oefenen. Nu kunnen deelnemers fouten maken en daarvan leren zonder de gevolgen van een echte fout. En om het leren te versnellen en/of te verbeteren, kunnen simulatoren feedback geven die je in een werkelijke situatie niet krijgt. Voor redelijk complexe procedures zoals reanimatie, waarbij zowel sprake is van brede als meer verfijnde motorische en denkvaardigheden, wordt dergelijke feedback doorgaans niet meteen in het begin gegeven. Wel daarna. En aan het einde van de training wordt er geen feedback meer gegeven.
Werken aan volgorde en positie – Geen feedback van de reanimatiepop
Laat de Emergency First Response®-deelnemers eerst de basisbeginselen leren – de juiste volgorde en positie. Ze moeten de juiste compressiediepte en -snelheid kennen en proberen, het aantal beademingen, enzovoort. Maak je daar niet al te druk over zolang de deelnemers proberen ze correct uit te voeren. Concentreer je in plaats daarvan op de correcte volgorde, stappen en positionering totdat ze dit in redelijke mate beheersen. Het idee is om ze een basis te geven waarop ze verder kunnen bouwen. Als deelnemers nog niet helemaal zeker zijn van de exacte plek waar ze de borstcompressies moeten geven, maar ze moeten ook al nadenken over de diepte van die borstcompressies, zorgt dit voor hogere taakbelasting. Dit kan het leerproces vertragen en het zelfvertrouwen ondermijnen. De enige feedback moet van jou komen, zoals: “Kijk naar de borst als je luistert, zodat je het kunt zien”, “Goed, je hebt de handpositie onthouden”, “Uitstekende compressiepositie”, “Denk eraan, eerst 30 compressies”, “Goed gedaan. Doe het nog eens, en deze keer eerst om hulp roepen”, enz. Dit kost meestal niet veel tijd omdat je je nog geen zorgen maakt over de techniek.
Werken aan de techniek – Nu met feedback van de reanimatiepop
Zodra deelnemers de volgorde en positie onder de knie hebben, feliciteer je hen (belangrijk – het is een signaal voor de overgang naar de volgende fase), en vertel je hen vervolgens dat ze nu gaan werken aan de techniek. Zet de feedbackfunctie aan (of laat deelnemers dit doen). Dit kan een mechanische klikfunctie zijn of een elektrisch visueel of auditief middel, een app of een andere tool. Leg uit dat dit hen zal helpen bij het verfijnen van de compressiediepte, compressieontspanning (terugslag) en snelheid (en meer of minder, afhankelijk van het apparaat). Laat hen vervolgens oefenen, waarbij ze hun diepte/snelheid enz. aanpassen terwijl ze bezig zijn. Voor aspecten die niet door feedback worden ondersteund, coach je hen zoals je altijd hebt gedaan: “een beetje sneller”, “een beetje dieper – meer … meer … ja zo gaat ie goed”, enz.
Werken aan zelfvertrouwen – Zonder feedback
Je deelnemers weten dat echte patiënten geen klikkers en lampjes hebben. Het is dan ook belangrijk om deze uiteindelijk geleidelijk uit te zetten. Niet alleen zodat jij kunt checken of zij de vaardigheden onder de knie hebben, maar ook zodat ze zelfvertrouwen opdoen in hun vaardigheden. Hoewel je de feedback gewoon zou kunnen stopzetten, is het meestal beter om dit geleidelijk te doen. Deelnemers krijgen de vaardigheden dan beter onder de knie en ze doen meer vertrouwen op. Nadat de deelnemers consequent de juiste diepte, snelheid, enz. hebben laten zien, vertel je hen dat je wilt dat ze overgaan op reanimatie zonder de kunstmatige feedback, Zo wordt het net een echte patiënt. Laat ze de feedback uitschakelen (of er niet meer naar kijken, of het negeren), een paar cycli oefenen (terwijl jij toekijkt) en het dan weer aanzetten voor een cyclus om te zien of ze de juiste diepte, enz. te pakken hebben. Zo niet, laat ze dan de feedback controleren terwijl ze hun vaardigheden verfijnen. Zet de feedback uit en aan maar gebruik het minder en minder (je moet misschien wat aanwijzingen geven in die richting) tot ze de juiste diepte/ritme/beademingen enz. laten zien zonder “niet-reële” feedback. Feliciteer hen met het aanleren van de basisreanimatie.
Tips:
1. Ga niet overcorrigeren – dit ondermijnt het leren en het vertrouwen. Feedbackapparaten kunnen zeer nauwkeurig zijn, maar verzand niet in onbelangrijke details wanneer de uitvoering al voldoende is. Dus, als bijvoorbeeld één compressie iets te ondiep is onder de 30 in één cyclus, zeg dan niets. En tijdens de ontwikkeling van de techniek zou je sowieso niets moeten zeggen over de feedback die de reanimatiepop geeft.
2. Coach deelnemers met de snelheid van borstcompressies. In plaats van terug te gaan naar volledige feedback, ga je coachen. Als de feedback uit staat, is een eenvoudige “Ik denk dat je nu net te ondiepe compressies geeft ” of “Hou dat tempo vast” misschien alles wat een cursist op dat moment nodig heeft.
3. De reanimatiepop is niet de instructeur – jij bent dat wel. Reanimatiepoppen met een feedbackfunctie kunnen deelnemers helpen met hun techniek. Maar dit is slechts een deel van wat er nodig is om een hulpverlener zodanig te trainen dat hij daadwerkelijk in actie komt op het moment dat dit nodig is. Jouw “Perfect zo!” werkt dan beter dan 30 groene “juiste diepte”-compressielampjes op een rij. “Nog een beetje sneller en je bent er”, stelt een cursist meer gerust en moedigt hem meer aan om het onder de knie te krijgen dan het onophoudelijke geblaat van een reanimatiepop: “je bent te langzaam”.
Lees hier het artikel uit 2019 voor meer informatie over reanimatiepoppen met een feedbackfunctie.
